Wat zegt de wetenschap?
Groene thee is al duizenden jaren een belangrijk onderdeel van traditionele geneeswijzen in Azië. Tegenwoordig is het wereldwijd populair, niet alleen vanwege de verfijnde smaak, maar ook vanwege de gezondheidsvoordelen. Maar wat zegt de wetenschap eigenlijk over deze claims?
Wat zit er in groene thee?
Groene thee wordt gemaakt van de bladeren van de Camellia sinensis-plant, net als zwarte en witte thee. Wat groene thee bijzonder maakt, is dat de bladeren minimaal worden bewerkt en niet geoxideerd. Hierdoor blijven belangrijke bioactieve stoffen intact, zoals catechinen — met name EGCG (epigallocatechinegallaat), een krachtige antioxidant.
Ondersteuning bij vetverbranding
Verschillende studies wijzen erop dat groene thee het metabolisme kan versnellen. EGCG in combinatie met cafeïne kan de vetverbranding licht verhogen, vooral tijdens lichaamsbeweging. Hoewel het geen wondermiddel is, kan het bijdragen aan gewichtsbeheersing als onderdeel van een gezonde levensstijl.
Hartgezondheid
Regelmatige consumptie van groene thee wordt geassocieerd met een lager risico op hart- en vaatziekten. Onderzoeken tonen aan dat groene thee het ‘slechte’ LDL-cholesterol kan verlagen en de bloeddruk kan verbeteren. Ook de ontstekingsremmende werking speelt hierbij een rol.
Bescherming van de hersenen
De antioxidanten in groene thee beschermen hersencellen tegen oxidatieve stress. Er zijn aanwijzingen dat groene thee de cognitieve functies kan verbeteren en mogelijk het risico op neurodegeneratieve ziekten zoals Alzheimer en Parkinson vermindert.
Immuunsysteem en algemene gezondheid
Dankzij de antioxidanten en ontstekingsremmende eigenschappen kan groene thee het immuunsysteem versterken. Ook is het zacht voor de maag en hydrateert het het lichaam.
Reactie plaatsen
Reacties